Ijsland
03 July 2010

18 juni aankomst
Het was eindelijk dan zover. We vertrokken vroeg in de middag naar het land van de elven en trollen. IJsland dus. Van te voren huurden we een auto zodat we lekker flexibel zijn. Meteen bij aankomst stond er iemand ven Geysir op ons te wachten. En we waren dus snel onderweg. Naar de blue lagoon. Een groot geothermaal bad met mineralen silica. Het water is blauw/wit wat erg mooi afsteekt tegen de zwarte lavarotsen. Het water is zo’n 38 graden. Perfect dus! Alles in het bad is netjes en schoon. De mannen en vrouwen kleden apart om. Daar zijn heel veel douches met zeep om je grondig te wassen voor en na het bad. De entree prijs van 28 euro liegt er niet om. Maar is het dubbel en dwars waard. Een paar heerlijke uren gedobberd en ons gezichten in gesmeerd met de mineraal silica voor een gezonde huid.
Daarna reden we richting Selfoss. We kozen voor een toeristische route langs de kust. Erg mooi langs lavavelden. Maar ergens onderweg door veel mist (en ok een beetje de kaartleeskunsten van mij) reden we langs de verkeerde route. Daardoor zagen we wel kokende modderpoelen en vooral veel mist. Uiteindelijk belandde we toch in ons hotel fostun in Selfoss. Daar ploften we uitgeput op bed.

19 juni Golden Circle

We werden op ons gemak wakker en keken in de koelkast voor een ontbijt. In mandjes stonden keurig 2 uitgebreide ontbijtjes klaar. Lekker! Maar bij het toasten ging het al fout. Het brandalarm ging af want ze zaten er veel te lang in. Blijkbaar gebeurde het vaker en werd na 5 minuten het alarm uitgeschakeld. Nouja dan maar verder eten.
Op ons gemak reden we de golden circle. Dit zijn een aantal bezienswaardigheden in 1 gebied. Als eerste stopten we bij een krater. Wel apart. Het weer zat ons niet mee, continue regen. Maar vrolijk bleven we foto’s maken. De 2e stop was helemaal geweldig. Een geiser genaamd geysir. Hier zijn warmwaterbronnen die op zijn tijd water in de lucht spuiten. Dat gebeurde dan ook regelmatig bij de geiser Strokkur. Heel leuk om te zien. Maar nog steeds regen. En door de regen begon mijn camera raar te doen (niet de onderwater camera). Op een gegeven moment kapte hij er helemaal mee. Wat balen zeg! Na een hele tijd te hebben gekeken bij de geisers reden we door naar Gullfoss. Een grote waterval. En wat een geluk. Binnen een uur was het droog en kwam de zon heel mager te voorschijn. De terugweg kwamen we langs dezelfde geiser. Toch nog maar gestopt, zo’n mooi natuurverschijnsel zie je niet vaak. Daarna reden we op ons gemak naar natuurpark Pingvellir. Een nationaal natuurgebied. De weggetjes zijn vaak niet geasfalteerd, maar gewoon gravel/ aangestampte grond. Rijd op zich best ok. In het natuurpark zie je 2 aardkorsten van Amerika en Europa tegen elkaar botsen, wat een grote soort scheur oplevert. Daartussen loopt water. Was wel apart om te zien.
Daarna waren we moe en reden we terug naar ons hotel in Selfoss.

20 juni naar Svinafelli

Ondanks dat we een lange rit voor de boeg hadden, reden we wat later weg en op ons gemak. Het is tenslotte vakantie. Er waren best wat stops onderweg om de route even te breken. We hadden bijzonder geluk vandaag. Aan het einde van de dag tikte de thermometer 17 graden aan!
De eerste stop was bij Seljalandsfoss. Een niet zo hoge waterval, maar het bijzondere aan deze waterval is dat je er achterlangs kunt lopen. Erg leuk. Maar wat gebeurt er? Mijn camera deed gisteren al raar, maar nu gaf hij steeds vaker de errorcode net als gisteren, en achter de waterval stopte hij er voor goed mee. We dachten dat er water/vuil in was gekomen, gisteren had het ten slotte behoorlijk geregend. Maar we moesten wachten tot we bij het hotel waren om dat uit te zoeken. Ondertussen kwamen we er achter dat ik het kabeltje van de andere camera was vergeten en we dus geen foto’s van de camera konden halen. Dus we kunnen nu nog voor de hele vakantie slechts 150 foto’s maken. Jullie weten hoe graag ik fotografeer dus dit is echt een ramp voor mij! Maar helaas kunnen we er niets aan veranderen en gewoon maar genieten van wat we zien.
De 2e stop was wederom een waterval, de Skogarfoss. Deze is 62 meter hoog. Vanaf de weg konden we hem al duidelijk zien liggen. Bij de waterval zelf kon je langs een trap omhoog. Een hele klim maar zeker de moeite waard.
Verderop stopten we bij Dyrholaey. We hoopten dat het broedseizoen van de papegaaiduikers al was afgelopen (duurt normaal tot 25 juni). Maar helaas het was nog dicht. We zijn dan maar naar een uitzichtpunt gereden. De rotsen lopen daar echt stijl naar beneden. Wel heel mooi.
Een korte stop bij zee. Bij Reynisfjara. De zee was superruig, hele hoge golven. En een zwart strand. Echt mooi dus!
Onderweg komen we de gevolgen van de aswolk van de uitbarsting van de vulkaan eyjafjallajokull nog tegen. We reden door een lavaveld, waar normaal mos op groeit. Maar nu is dat helemaal grijs van de as. Als je er op loopt dan zie je steeds stofwolken. Wel apart om te zien. Maar wat een zonde van de mooie kleuren mos.
Uiteindelijk komen we aan in Skaftafell nationaal park. Hier draait het allemaal om de gletjsers. Je ziet ze al van verre uitsteken en het is een mooi gezicht dat blauw/witte ijs. Bij het park zelf komen we tot de conclusie dat we te moe zijn om de volledige wandelroute te lopen. Deze liep via de gletsjer naar een waterval. Een gletsjer zien we morgen al genoeg tijdens een tour dus besluiten we naar de waterval Swartifoss te lopen. Een wandeling van 1.5 km. Goed te doen dus. Het bijzondere van deze waterval is niet de hoogte of de hoeveelheid water die naar beneden komt, maar de wand waartegen de waterval naar benden komt zijn vol met zwarte basalten kolommen. Erg apart. De wandeling de moeite waard dus.
Daarna rijden we naar Svinafelli, een klein gehucht waar ons appartement is. Deze is klein en keuken en badkamer gedeeld. Maar wel schoon.

21 juni Skaftafell

Op ons gemak reden we naar Skaftafell nationaal park. Om 10 uur werden we verwacht om een gletsjertour te maken. We pasten onze stijgbeugels en daarna gingen we op weg. Vooraan bij de gletsjer stopten we. Daar trokken we de stijgbeugels aan. En kregen we ook een bijl. Volgens de gids niet omdat het echt nodig was, maar gewoon leuk voor de foto. Nadat we gewend waren aan de stijgbeugels konden we op de gletsjer gaan lopen. Het was niet heel moeilijk. Wel heel leuk om te doen. We liepen naar een spleet, en een soort gat waar het water in loopt.
Dit was echt een mooie blauwe kleur. In tegenstelling tot de gletsjer in Argentinië was deze een beetje viezig. Dit kwam door de as van een vulkaan die heel lang geleden was uitgebarsten.
Na de tour sprongen we weer in de auto om naar Jökulsárlón te gaan. Dit is een gletsjermeer. Onderweg zagen we nog een aantal kleine gletsjer. En voor Jökulsárlón lag nog een kleinere gletsjermeer genaamd Breiðafjörður. Deze lag vol met grote en kleine ijsblokken. Maar vooral was het daar erg rustig en konden we samen genieten van dit mooie natuurverschijnsel.
De blokken waren niet zoals je denkt wit, maar een lichtblauwe kleur. Dit komt door de weerkaatsing van het licht.
Jökulsárlón was ook mooi. Heel veel grote ijsblokken. Helaas waren er wel veel die onder de aslaag zaten. Maar nog steeds waren er genoeg met de mooie blauwe kleur.
De uitmonding van de gletsermeer is in zee. Dat betekent dus dat de blokken ijs langzaam in zee drijven. De meeste eindigen aan het mooie zwarte strand. Een waar speelterrein voor iedereen om foto’s te maken. Wel opletten met de grote golven natuurlijk, en we zagen dan ook menig mensen natte voeten halen.

22 juni Naar Vik

We hadden alle tijd in de morgen. We wilden een tour maken bij Hofnes. Hier is een klein beschermd gebied Inhólfshöfði waar papegaaiduikers broeden. Nadat we de auto hadden ingeladen gingen we naar Hofnes. Ongeveer 20 km van onze verblijfplaats. Daar aangekomen bleken er nog veel meer Nederlanders te zijn. Wel leuk om even mee te praten. We waren uiteindelijk met een groep van ongeveer 40 man. En op 2 kinderen na waren Timo en ik de jongste! Jullie kunnen zo wel nagaan hoe weinig jongeren hier rondreizen. Er zijn er wel, maar heel weinig. Of wij zijn ze nog niet tegen gekomen.
Maar goed. Met zijn alle stapten we op een trekker met een hooiwagen er achter. Het lokale vervoer. Daarna reden we ongeveer 25 minuten naar de berg waar we gingen wandelen. Voordat we instapten kon ik maar niet beslissen of ik wel of niet regenspullen mee zou nemen. Het begon een beetje te druppen. Maar dat maakt nog geen regenbui. Toch maar aangetrokken doordat er veel wind stond. Zo had ik bedacht dat dat fijner zou zijn wanneer we daar op de berg liepen. Timo had ook met veel moeite zijn broek aan getrokken. Hoe dichter bij we kwamen hoe meer het begon te regenen. Uiteindelijk bij de berg moesten we een stuk zandduin oplopen. Het zand is mul en is zwart. Dat is ook het enige stuk waar je op de heuvel zou komen, de rest van het eiland, waren steile kliffen. Maar wat sneed die zand door de wind! Uiteindelijk boven moesten we vlak bij de gids blijven. Er zitten daar veel vogels te broeden en kunnen nogal agressief zijn. Vooral een grote vogel, naam allang weer kwijt, die kwam echt langs je hoofd scheren.

Na een stuk wandelen zagen we ze eindelijk. De papegaaiduikers. De vogels die leven op het water en komen alleen op land om te broeden. De eerste 5 jaar komen ze zelfs helemaal niet op land. Tijdens het broedseizoen krijgen ze een mooi roodgekleurde snavel. Ze zijn erg grappig om te zien. Ze blijven je steeds in de gaten houden of je niet te dichtbij komt, anders vliegen ze weg. Ze graven holen voor de baby vogels. Natuurlijk wilde ik graag foto’s maken van dichtbij. Maar helaas had ik natuurlijk de zoomcamera niet meer. ‘handmatig’ zoomen dus. Oftewel zo dicht mogelijk er bij zien te komen. Op mijn buik schoof ik steeds een stukje dichter naar de kant. Uiteindelijk een redelijk goede positie. Maar Timo hoorde ik steeds roepen, niet zo dichtbij, kom eens van het randje vandaan, dadelijk val je. De andere Nederlanders moesten hier wel om lachen. (Timo heeft het niet zo op hoogtes) Ook hield hij steeds mijn voet vast door er op te gaan staan of in te haken.
Het regende inmiddels behoorlijk en we waren blij dat we onze regenpakken aan hadden. Nadat we allemaal genoeg foto’s hadden gemaakt gingen we weer terug met de hooikar.
Daarna reden we naar Vik. We hadden telefonisch een hostel geboekt. Guesthouse Puffin (werkt samen met hotel Puffin) met een sleepingbag accommodatie. Maar bij aankomst hadden we wel een beetje spijt. Het gehele interieur dateert uit de jaren ’50. De eerste keer, dat het echt vies was, met slechte bedden. Ook de keuken was sjofel. De jaren ’50 koelkast deed het niet meer (wat dachten ze dan??), de vervangende koelkast was ook kapot en de kastjes vielen van ellende uit elkaar. Ik vond dit allemaal wel tegenvallen, zeker omdat de eerste en de tweede accommodatie goed schoon en netjes waren

23 juni Naar Reykjavic

We waren echt vroeg wakker zodat we niet langer in dit hotel hoefden te blijven. Het miezerde een klein beetje, maar dat maakte niet uit we moesten toch rijden. Nu naar Reykjavik. Al snel hadden we wat kilometer gemaakt. We stopten nog even bij Dyrholaey in de hoop dat ze het uitzichtpunt van de papegaaiduikers 2 dagen eerder hadden geopend. Dit was gesloten tot en met 25 juni. Maar helaas het was echt pas 25 juni open. Kort daarna beginnen de wolken weer open te breken. En jawel het kwik stijgt weer tot 19 graden! Wat een geluk!
Daarna reden we vlot richting Reykjavik. Nog een korte stop bij een waterval. Maar verder in een keer daar heen gereden. Ons hotel heet Hotel Artic Vik. We wisten de straatnaam en ik was zo slim om van te voren even te kijken waar het hotel ongeveer lag. Dus dan maar zoeken in de wijk. Als snel even gevraagd. Links rechts links rechtdoor. Nouja we zaten in de buurt. Maar ik was het bij links en rechts alweer kwijt. Dus niet goed gereden. Timo maar eens vragen. Uiteindelijk na 3 keer vragen in de juiste richting gestuurd. Het hotel is dit keer goed. Beetje saaie wijk. Maar we hebben toch een auto. We zijn in een groot winkelcentrum geweest en bij een winkelstraat. Was niet zo heel groot uiteindelijk, maar wel even leuk om te zien. Verder hebben we vooral rustig aan gedaan.

24 juni Naar Snaefelsness

We hadden ontbijt bij ons hotel wat goed en uitgebreid was. Daarna begonnen we richting Snælfellsness te rijden. Dat ligt in het noorden van Ijsland. Daar hadden we voor 2 nachten bij hotel hotel Gistiheimlid Hof geboekt. We namen een kleine omweg rond een fjord, maar de meeste interessante dingen uit het reisboek waren niet te zien. De zalmen bij rivier Laxa waren er niet. Wel de Noorse stern vogel die erg agresief wordt als je te dicht bij hun nest komt. Wat ik dus al gauw merkte. En ook het walvis station waar walvissen geslacht worden konden we niet vinden of was er gewoon niet meer.
We reden verder naar een warmwaterbron Landbrotalaug waar je in kon badderen. We volgden de instructies van het reisboek en uiteindelijk waren we daar. Volgens het boek kon je een klein beekje oversteken met stenen in het water. Maar de meeste waren ondergelopen. Dus trokken we onze schoenen uit en ik dacht lekker slim te zijn en in het toch wel lage water gewoon over te steken naast de stenen, zag er niet diep uit. Maar ik zakte meteen tot over mijn knieën in de modder midden tussen de stenen. Timo trok me er weer uit. Maar ik had me echt flink pijn gedaan aan de stenen. Onderop mijn tenen was het vel eraf en op mijn scheenbeen een flinke bult met schaafwond. Daarnaast nog wat ondiepe sneden en schrammen. Timo ging dan maar even kijken bij het warm waterbadje, dit keer wel over de stapstenen of het wel de moeite waard was. Uiteindelijk ben ik dan ook maar overgestoken. Het was een heel klein badje, maar wel lekker warm water. Na eventjes te hebben gedobberd stapten we weer terug over de stenen en gingen op weg naar het volgende warm water badje de Rauðamelslaug. We moesten hiervoor weer een stukje rijden. Maar de weg viel wat tegen, door wat lagen bergen met lavagesteente. Maar het was wel een hele mooie weg. We moesten onderweg wat hekken openmaken. Het leek net of we op privé terrein zaten, maar het was gewoon zodat de schapen niet weg konden lopen. Uiteindelijk waren we bij het badje. Het water was groen gekleurd. Het voelde wel lekker warm, maar er dreven allemaal groene algen in. Dus we durfden er niet echt in te gaan. Zeker omdat ik wat open wondjes had na de val.

Daarna kwamen we bij het hotel. Deze zag er mooi uit. Een appartement die je met zijn zessen deelt (als de kamers zijn bezet) en verder ook een keuken om zelf te koken. Maar het mooiste van alles was een hottub (jacuzzi) met een uitzicht op zee. Alles was echt goed schoon en netjes.
Omdat het wederom mooi weer was besloten we nog een wandeling in de buurt te maken. Eerst reden we nog langs een punt waar vaak zeehonden waren, Ytri-tunga. En ze waren er! Alleen waren ze wel in het water aan het zwemmen en zagen we steeds hun kopjes nieuwsgierig boven het water uit steken. Daarna reden we naar Arnstapi. Hier begon de wandeling die in Hellnar eindigt. De wandeling was erg mooi langs steile kliffen. Bij de kliffen zaten wat vogels. Je loopt door een lavaveld met mos bekleed. Het doet een beetje sprookjes achtig aan.
Maar mijn voet deed zeer, en de hottub trok toch te veel. We wilden lekker dobberen. En dat beviel heerlijk!

25 juni Snaeflsness

Om 10 uur moesten we bij het startpunt staan voor de sneeuwscootertour. Deze is op de berg Snæfelness welke 1446 meter hoog is. Er ligt bovenop een gletsjer bedekt met sneeuw. De route stond in sommige boeken aangegeven als een F route. Dit betekent een weg voor alleen vier wielen aangedreven auto’s. Maar in andere boeken als een gewone route. We vroegen het nog extra na, maar nee we konden daar prima rijden. Nouja prima… In hun ogen misschien maar het laatste stuk was toch echt wel bedoeld voor een jeep. Grote gaten en keien op de weg. Door een klein beekje heen. Laten we het de verhuurbedrijf maar niet zeggen want dan krijgen we nog een boete ook. Het allerlaatste stukje durfden we niet aan. Achter ons reed een jeep, wat onze gids bleek te zijn. We konden dus een stukje mee rijden. We bleken maar met zijn tweeën te zijn. We kregen korte instructies en gingen meteen op weg. In ongeveer 20 minuten waren we aan de top. Er waren best veel wolken, maar toch was het uitzicht mooi. De zon scheen gewoon boven de wolken. Timo is nog naar het echte top gelopen, maar ik vond dat toch wat te stijl. Daarna reden we weer terug. En moesten we met dezelfde weg, ja die rotte, weer terug.
Uiteindelijk konden we nog onze weg vervolgen. We reden de route over het schiereiland met de klok mee. We zagen een grot en een krater, welke we omhoog liepen. Was niet zo heel speciaal. Daarna reden we door verschillende dorpjes. Zoals Hellissandur en Rif. In Grondarfjörður kochten we bij een bakker een lekker koek en aten deze samen met de lunch op.
We reden verder langs watervallen, en altijd het uitzicht van de zee. We kwamen bij boerderij Bjarnarhöfn waar ze een specialiteit maken van het land. Hákarl. Dit is het verrotte vlees van een giftige haai. De haaien worden per ongeluk gevangen in visnetten. Zij kopen de haaien over en snijden het vlees in stukken. Dit wordt in houten bakken gedaan. Daarna word dit een week of 5 onder de grond gestopt. Het wordt weer opgegraven, waarna het buiten onder een afdak wordt gehangen waar het nog een maand of 5 in de open lucht hangt verder te rotten. Daarna word het versneden en verkocht. We mochten het ook proeven. En het klonk zo aantrekkelijk dat we het meteen in onze monden stopte. In eerste instantie vond ik het gewoon naar vis met een vleesstructuur smaken. Maar dan krijg je de hele zoute nasmaak. Wat een beetje viezig was. Om de smaak weg te spoelen zijn we een ijsje gaan eten.
Wederom gingen we bij de zeehonden kijken. Er lag er nu 1 te zonnen, maar al snel gleed hij het water.

26 en 26 juni Reykjavic

We reden snel naar Reykjavik. Daar checkten we werderom in bij Hotel Artic Vik. We kregen dit keer een ruim appartement, terwijl deze nacht eigenlijk goedkoper was dan de eerste. Vreemd, maar wel lekker luxe. Daarna maakten we ons klaar om naar het zwembad Laugardalslaug te gaan.
Bij het zwembad zijn de mannen en vrouwen gescheiden. Bij binnenkomst kies je je kluisje en kleed je je uit. In je blootje loop je naar de douches waar je je grondig wast. Daarna bikini aan en zwemmen maar. Dit is omdat er niet veel chemicaliën worden gebruikt, en ze het water zo schoon mogelijk proberen te houden. Er waren heerlijke warme hottubs en het zwemwater was ook lekker warm. Het 50 meter bad was wat kouder, maar wel fijn zwemmen.
’s Avonds eten we bij een Italiaans restaurant. En de volgende dag maken we ons klaar om naar het vliegveld te gaan. We rijden via de zuidkust en kunnen nog de bronnen van Reykjannes zien. Deze zien er wel mooi uit, alleen jammer van die fabriek op de achtergrond. Nadat we de auto hebben gewassen zitten we al snel in het vliegtuig naar huis. Na de reis

Hoe vond ik deze reis na mijn terugkomst?
Positief:

  • rustig
  • mooie natuur
  • accomodatie zijn over het algemeen goed
  • afwisseling in de natuur, sneeuw met mooie groene heuvels.
  • De criminaliteit is heel laag. Je kunt met een gerust hart je waardevolle spullen in de auto laten. Zelfs al liggen ze in het zicht zal er niks mee gebeuren.

Negatief:

  • vrij duur om te reizen
  • auto huren is echt heel duur in vergelijking met andere landen.
  • de noorse sternen kunnen in het broedseizoen aggresief zijn!
Sluiten